Deze keer zou ik niets aan het toeval overlaten. Ik trof zoveel mogelijk voorbereidingen als ik maar kon. Het ging tenslotte om mijn eerste baan in de journalistiek. Mijn eerste stappen in een wereld waar ik tot dan toe alleen maar vanaf de zijlijn met bewondering naar had gekeken. Een wereld waar ik ondertussen wel middenin zat vanwege mijn studie maar omdat je ergens voor studeert, wil dat nog niet zeggen dat je er klaar voor bent om werkzaamheden in de ‘echte’ wereld te verrichten.
Goed, voorbereiding dus. Ik besloot om me zoveel mogelijk in de internetjournalistiek te verdiepen. Ik ging namelijk solliciteren naar een functie als internetredacteur. Hoe moest ik die club in godsnaam duidelijk maken dat ik dé geschikte kandidaat was? Ik had immers geen enkele ervaring. Ja, ik schreef wel eens iets op mijn eigen website.
Ik besloot heel mijn hebben en houden uit de kast te halen en het te laten zien. Ik maakte een internetpresentatie waarbij ik alles voorbij liet komen wat ik kan op het wereldwijde web. In dezelfde presentatie had ik mijn motivatiebrief en cv verwerkt. Een dag voordat ik op gesprek mocht komen, stuurde ik mijn presentatie toe.
Deze sloeg in als een bom! Het gesprek verliep zo soepeltjes dat ik me naderhand afvroeg of ik wel een sollicitatiegesprek had gehad. Het leek meer op kletsen in de kroeg. Je kent die gesprekken wel. Zo een die je tijdens de vrijdagmiddagborrel hebt met een collega die je normaal gesproken nooit spreekt. Omdat je allebei een biertje en nootje binnen handbereik hebt, verloopt het veel gladder dan op de werkvloer.
Met een euforisch gevoel liep ik een uur later naar buiten. Zo trots was ik in tijden niet geweest. Mijn geluk hield niet op want binnen twee uur stond mijn gesprekspartner met goed nieuws op mijn voicemail. Ik was aangenomen! Zo’n snelle reactie, dat had ik nog nooit meegemaakt.
Al vrij snel sloeg de onzekerheid toe. Ja, ik had een mooie en gelikte presentatie gemaakt. Ja, ik had mezelf goed weten te verkopen. Maar kan ik straks wel presteren? Voldoe ik echt wel aan de eisen die ze stellen? Ik heb nog geen ervaring in de journalistiek. Wat nu?
Het doet me denken aan mijn zoontje, die vorige maand zijn eerste verjaardag vierde. Sinds een paar weken trekt hij zichzelf op aan een stoel of een tafel. Als hij dan staat, kijkt hij vol trots vanaf zijn hogere gezichtsveld de wijde wereld in. Niets of niemand kan hem wat maken. Totdat hij doorheeft dat hij niet kan zitten. Hij durft niet meer omlaag te gaan, bang om te vallen. Hij wordt onzeker van het staan. Wat nu?
Zonder een vinger naar hem uit te steken, moedig ik hem aan. “Ga maar zitten, Eli, doe maar. Er kan niets gebeuren, papa is bij jou in de buurt.” Vol vertrouwen laat hij zichzelf in de zitstand zakken. Hij vertrouwt mij, maar boven alles: hij vertrouwt zichzelf en op zijn eigen kunnen.
Ze hebben me aangenomen. Ze vertrouwen erop dat ik de nodige kwaliteiten bezit. Langzaam begin ik mezelf in deze nieuwe omgeving te vertrouwen. Ik kan dit wel!